Mijn naam is Martijn Zwennes, geboren en getogen in Amsterdam. Inmiddels alweer 62 jaar oud, waarvan 34 jaar advocaat.
Eigenlijk ben ik per ongeluk advocaat geworden. Het plan was om in Groningen Bedrijfskunde te gaan studeren. Maar het leven kwam er tussen: ik was actief binnen de Amsterdamse kraakbeweging en vertrok daarna naar Parijs om te werken als reisgids. Leuk, maar na een paar jaar had ik de Eiffeltoren vaak genoeg gezien. Na wat omzwervingen kwam ik weer terug in Amsterdam, daar afgestudeerd in Rechten en begonnen als advocaat.
Na een korte tijd bij een sociaal kantoor in Amsterdam Oost te hebben gewerkt, kwam ik eind jaren tachtig te werken op de Spuistraat 10, toen nog het Bureau Rechtshulp. Bureau Rechtshulp werd wegbezuinigd waarna we met elkaar een doorstart hebben gemaakt als Spuistraat 10 Advocaten. Nu is Spuistraat 10 een kantoor met advocaten die zelfstandig ondernemer zijn maar wel kennis en ervaring delen met elkaar.
Ik ben me in de loop der jaren gaan specialiseren in het aansprakelijkheidsrecht. Niet alleen letselschadezaken, maar ook aansprakelijkheden die voortkomen uit beroepsfouten van bijvoorbeeld advocaten, notarissen of medici. Steeds meer sectoren stellen beroeps-en gedragsregels op waar hun werknemers zich aan moeten houden, zoals bijvoorbeeld NVM-Makelaars, maar ook sporters of gezinsvoogden. Dit is een invulling van het begrip ‘onrechtmatige daad’. Zeer interessante materie.
Mijn tweede specialisatie is het huurrecht. Het kan gaan over een dreigende ontruiming van een huurwoning, of perikelen rondom de aan- of verkoop van een woning. In het huurecht zag je dat huurders geleidelijk aan steeds minder rechten kregen. Deze afname van huurbescherming is recentelijk deels teruggedraaid door de Hoge Raad met een fraaie genuanceerde uitspraak, ook wel het Tenzij-arrest[1] genoemd.
Wat mij als oude rot in het vak opvalt is dat alle ontwikkelingen in een golfbeweging gaan. De afgelopen kabinetten Rutte hebben fors gesneden in alle ´zachte´ sectoren, van de kunstsector tot de sociale advocatuur. Dit leidde tot een meritocratie: de mensen die het voor de wind gaat en de mensen die moeilijk meekomen zouden dit zelf verdiend hebben. Dat doet geen recht aan de werkelijkheid. Waar eerst is bezuinigd op gefinancierde rechtsbijstand, maakt minister Weerwind nu plannen om het weer op te zetten zodat de sociale advocatuur weer aantrekkelijk wordt voor volgende generatie. Fijn uiteraard, maar het is wel wrang dat het eerst heel erg mis moest gaan.
Vanwege mijn kennis en ervaring ben ik voor kantoorgenoten een vertrouwd aanspreekpunt, en ook als docent bij de Orde van Advocaten droeg ik graag mijn kennis over aan startende advocaten. Ik ben bestuursvoorzitter van ons kantoor. Verder ben ik lid van de vereniging voor Tuchtrechtadvocaten Disciplina, van de Vereniging voor Letselschadeadvocaten (LSA) en van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN).
Het mooie aan advocaat zijn is dat je een kijkje in de vaak rommelige keuken van mensen krijgt, en dat je dan ook nog zelf in het keukenkastje moet kijken om het beeld compleet te krijgen.
Mijn tip aan nieuwe advocaten? Zorg dat de problemen van je cliënten niet jouw problemen worden. Hou het luchtig!
[1] HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810